In deze lezing ontmoeten we de grote meester in zijn stad, in zijn tijd en in zijn schilderijen. Zijn stad is de vierde stad van het hertogdom Brabant. Een stad met jaren van voorspoed, maar ook een stad belaagd door allerhande onheil zoals brand, pest, Spaanse pokken en soldatenbendes uit het naburige en o zo vijandige Gelre. De late middeleeuwen, dat is zijn tijd. Natuurlijk, de renaissance gloort en bij die renaissance hoort een nieuwe levensgevoel, carpe diem, pluk de dag. Maar Bosch leeft nog in de traditie van de middeleeuwen, een traditie die het veel minder opgewekte memento mori, gedenk te sterven, tot leus heeft. En dat zal ons in zijn schilderijen beslist niet ontgaan. Toch valt aan het werk van Jeroen Bosch enorm veel plezier te beleven ondanks het wellicht wat zwaarmoedige uitgangspunt. Een speurtocht langs de details van zijn kunstwerken confronteert ons met de indringende maar vaak ook humoristische wijze waarop Bosch zijn boodschap aan ons overbrengt. Wat die speurtocht ons bovenal duidelijk maakt is dat de meester met zijn verbeelding van al die zonden, al die hel en verdoemenis, al die verleidingen en verlokkingen, zijn artistieke kwaliteiten op de meest fantasievolle wijze heeft kunnen uitleven. De lezing die ongeveer anderhalf uur duurt, bestaat uit twee delen. Voor de pauze wandelen we door het leven van Jeroen Bosch en maken we kennis met het decor waarin zich dat leven voltrekt, na de pauze zijn het de schilderijen die spreken. Bernier Cornielje vertelt het verhaal, Marieke Wittenhorst verzorgt de muziek, live gebracht maar toch uit de tijd van Jeroen Bosch. De technische ondersteuning is in handen van Hans Brons.